Prosecco Brut DOCG

Druif:
Prosecco (Glera)
Origine
In de heuvels rond Conegliano, gelegen in de gemeente Tre-viso, werden de wijngaarden aangeplant
De oogst:
Vindt plaats tussen eind september en midden oktober.
De vinificatie
Na ontristing en zachte persing vindt een koele maceratie van de most plaats. De fermentatie gebeurt in gesloten tanks vol-gens de Martinotti (Charmat) methode, bij een temperatuur van 12°-14°C. Er wordt een ’liqueur de tirage’ toegevoegd (suiker en gist). De tweede gisting start en gezien het kool-zuur niet kan ontsnappen, wordt het door de wijn opgeno-men, men spreekt ook hier van "prise de mousse". Als in de tank de tweede fermentatie is afgelopen, wordt de schuim-wijn overgepompt over een filter naar een andere tank onder dezelfde druk (isobarisch filteren) en eventueel met een dosage d'expédition onder tegendruk in flessen gebotteld.
Organoleptische karakteristieken
Het is een zeer heldere, strogele schuimwijn met een onon-derbroken en uiterst fijne pareling. Het aroma is uitgesproken fruitig. In de mond komt zij zeer fris over, met een licht zoete aanzet. Het is zeer een elegante wijn met een lan-ge finale.
Gezelschap
Het beste gezelschap vindt zij bij het aperitief, doch schuwt zich niet om schotels op basis van vis of fijn wit vlees te begeleiden.
Zij wordt het beste gesmaakt op een temperatuur tussen 8°-10°C.